Afgelopen weekend werd dat me weer duidelijk.
Een beetje in gedachte liep ik over de markt toen ik werd aangehouden. Ik herkende meneer zeker, maar hij zag er toch anders uit. En vandaar mijn vreemde reactie; “Ik herken je wel maar je ziet er zo anders uit!”
Maar natuurlijk, het was de echtgenoot van een mevrouw die aan ALS was overleden.
In de periode voor haar overlijden hadden we meerdere bijzondere ontmoetingen met elkaar, ter voorbereiding op haar uitvaart die ze samen volledig hebben geregisseerd.
Inmiddels zag ik wat dat “anders” was; er was een blije sprankeling in zijn ogen.
Hij was niet alleen, naast hem stond een leuke vrouw met een hondje.
Hij stelde haar aan me voor, “en ze is niet mijn zus” voegde hij toe, na het noemen van haar naam.
En ik reageerde: “en zeker ook geen schoonzus?”
Ze hadden elkaar onlangs ontmoet en bleken een fijne aanvulling op elkaars leven.
Zo was het bijvoorbeeld weer gezellig om naar de markt te gaan, en niet alleen maar functioneel.
Ik werd aan mevrouw voorgesteld met de toelichting dat ik die persoon was die hem en zijn vrouw zo fijn had bijgestaan met (de aanloop naar) de uitvaart en dat hij daar nog steeds zo dankbaar voor was. Omdat het deze week een jaar geleden dat zijn vrouw overleed, hadden ze hier uitgebreid over gesproken. “Wat toevallig om je juist nu tegen te komen” zei hij.
Het ontroerde en vereerde me hoe graag hij dit met me wilde delen.
Ik omhelsde hem en vertelde dat ik blij voor hem was en dat ik er niet aan twijfelde dat zijn vrouw dit hem zo graag zou gunnen…