Voor altijd…
Eind oktober word ik gebeld voor een vrijblijvende kennismaking in een gemeente waar ik functioneel niet vaak kom. Een jonge vijftiger weet dat zijn sterven nadert en zoekt een uitvaartbegeleider die bij hem èn bij zijn gezin past.
Als ik arriveer doet Tanja open, Arie is nog boven bij zijn dochter van 18, ze was verdrietig en boos toen ze hoorde dat er “zo’n uitvaartbegeleider” op bezoek kwam. Begrijpelijk; mijn bezoek brengt “die vreselijke realiteit” weer een stukje dichterbij.
Als ik met het echtpaar aan tafel zit geef ik aan dat dit gesprek, wat mij betreft, vooral voor hen is om te bepalen of het tussen ons “goed voelt”. Als dat blijkt, kunnen we tijdens volgende ontmoetingen, in hun tempo samen op weg gaan naar het afscheidsscenario.
Al snel nadat ik heb verteld over mijn bedrijf en mijn manier van werken spreekt Arie uit dat het voor hem goed voelt. Ik strubbel ongemakkelijk tegen omdat hij dat wellicht eerst ook even met zijn vrouw moet bespreken, nadat ik ben vertrokken.
Maar nee, we hebben het hier over nuchtere “Kattukers” dus met nog een tweede kop koffie praten we al wat gedetailleerder verder. Naast de concrete wensen die er al zijn, doe ik wat suggesties, de loopkoets wordt direct enthousiast ontvangen en een stoere kist wordt al uitgekozen. Over het samenzijn in een strandtent gaan ze nadenken en met een “ritueelbegeleider” wordt een vrijblijvende afspraak gemaakt. Ze nemen contact op als ze aan een vervolg gesprek toe zijn.
Drie weken later hebben we weer een afspraak, ik maak nu ook kennis met zoon en dochter. Ik spreek ze nog niet echt, maar op (veilige) afstand luistert dochter mee. De afgelopen weken heeft het gezin de nodige keuzes gemaakt welke ik verwerk in een nieuwe versie van de wilsbeschikking. Het gesprek duurt minder lang, Arie heeft een mindere dag en is moe.
We nemen afscheid om binnenkort weer verder te gaan.
Het bezoek dat volgt is samen met de ritueelbegeleider. Het kost veel energie die er eigenlijk niet is. We bespreken niet meer dan nodig. Inmiddels heb ik van dochter twee foto-opties ontvangen, voor de kaart. Ik vraag of het gewenst is om de opzet van de kaart al te starten en Arie beaamt dit heel stellig. Hij vraagt ook of ik de enveloppen al kan regelen zodat ze kunnen beginnen met schrijven.
Een paar dagen later bezorg ik een eerste opzet van de kaart met beide foto’s en in twee formaten.
Een heftig moment wat die rotte waarheid opeens al een beetje tastbaar maakt.
Het gezin kiest unaniem voor dezelfde foto en voor dezelfde vorm, dat is fijn.
Ik denk snel weer op te stappen om zo min mogelijk van hun kostbare tijd te gebruiken, maar dat lukt niet. Trots toont Tanja me haar ring die ze deze week van Arie kreeg, gevolgd door de kinderen die me even trots hun ketting en hanger met vingerafdruk laten zien.
Het raakt me, natuurlijk! En ik voel me vereerd dat ze het met me willen delen.
Ik voel dat dit de laatste keer is dat ik Arie gedag zeg. Ik wens hem heel veel sterkte met loslaten en we zoenen elkaar. Met een brok in mijn keel verlaat ik het huis…
Zaterdagavond, de telefoon gaat. Ik herken het nummer van Tanja en weet gelijk – ook al was er geen aankondiging – “hoe laat” het is. Arie is overleden. Na een liefdevolle verzorging door het gezin en zijn zussen, wordt Arie de volgende dag bij zijn ouders in het ouderlijk huis opgebaard.
Met alle liefde en zorg die ze nu nog kunnen geven wordt hij gekoesterd.
Het afscheid verloopt precies zoals besproken.
De opkomst voor de uitvaart is groot, deze man was duidelijk erg geliefd. De loopkoets wordt gevolgd door een indrukwekkende, lange stoet mensen die mee gaan om de laatste eer bij het graf te bewijzen. Na afloop wordt in een kleiner gezelschap, in een strandtent, het glas op hem geheven.
Wat voel ik me vereerd dat ik deze leuke, aardige, gezellige, dappere man en zijn dierbare gezin mocht bijstaan in de aanloop naar en tijdens dit afscheid.
Een dierbare werkherinnering, voor altijd…